Bekleed de bodem en de rand van de springvorm met bakpapier. De rand kan je ook bekleden met doorzichtige folie. Ik gebruik zelf graag folie, omdat de aardbeien hier goed tegenaan blijven plakken.
Verkruimel de koekjes in een blender en smelt de boter in een pannetje of in de magnetron.
Meng de gemalen koekjes met de gesmolten boter en verdeel dit over de bodem van de springvorm. Druk goed aan met de bolle kant van een lepel en zet voor ongeveer 10 minuten in de koelkast om uit te harden.
Snijd ondertussen 12 aardbeien doormidden. Haal de springvorm uit de koelkast en plak de gehalveerde aardbeien tegen de rand van de springvorm (tegen het bakpapier of de folie).
Blend of pureer de schoongemaakte aardbeien, giet dit in een pannetje en doe hier 1 pot kwark en de suiker bij. Begin dit alvast te verwarmen op laag vuur en voeg de 10 gram agar gar toe.
Roer de agar agar goed door het kwark mengsel, zodat je geen klontjes krijgt. Voeg nu ook de rest van de kwark toe.
Breng het mengsel langzaam aan de kook en blijf goed roeren. Zodra er belletjes ontstaan laat je het mengsel nog zo'n 2 minuten zachtjes koken (blijven roeren).
Giet het kwark mengsel over de bodem van de kwarktaart en laat het enkele minuten staan voordat je het in de koelkast zet.
Zet de kwarktaart minimaal 3 uurtjes in de koelkast om op te stijven. Versier daarna eventueel met kokosrasp en extra aardbeien.